het omrekenen van een patroon


Het gebeurt zo vaak...... Je ziet een patroon, maar je kan de gebruikte wol niet vinden, of je vind de wol niet leuk. Andere wol is dan een oplossing, maar help!!! de stekenverhouding is heel anders.......Toch kan je dat patroon dan gaan breien. Of het nu een patroon voor een trui is of voor een tas, dat maakt niet uit. Alleen in het geval van echt ingewikkelde steekpatronen, bv ajour of inbreipatronen , dan zou ik het niet proberen. Dat wordt echt heel lastig!

In breiboeken staan altijd patroontekeningen met de maten erbij. Ook de gebruikte wolsoort met de looplengte en de naalddikte staat erbij vermeld. Hou daar wel een beetje rekening mee. Ga bv niet een patroon namaken op nld 2,5 als het oorspronkelijke patroon met nld 8 gemaakt is.

Begin allereerst met een flinke proeflap te breien in de steek waarmee je wilt gaan breien. Zorg voor minimaal 15 x 15 cm, maar groter is iets beter. Haal dan het proeflapje van de loom of de pennen en laat de steken op spanning komen. Tel dan het aantal steken en toeren in 10 x 10 cm. Tel gerust een keer of 4 opnieuw....Vergelijk dit met het breiboek. Komt het overeen met de stekenproef in het breiboek, dan kan je volgens de beschrijving in het boek gaan breien. Breien op naalden of op een loom, maakt niet uit.

Maar komt het niet overeen, dan moet je gaan rekenen. Pak pen en papier, en een rekenmachine ......( onderstaande voorbeelden zijn willekeurige getallen!!)

Het voorpand moet een breedte hebben van 54 cm en een hoogte van 58 cm. Na een hoogte van 35 cm moet er geminderd 6,5 cm worden voor het armsgat en na 53 cm moet er 5 cm geminderd worden voor de hals.

Stel, je proeflapje levert het volgende op: 15 steken en 25 toeren is 10 x 10 cm. 1 steek is 0.67 cm (10:15) breed en 1 toer is 0,4 cm (10:25) hoog.

Om aan de breedte van 54 cm te komen moet je dus 15 x 5,4=81 steken opzetten.

Voor de totale hoogte moet je  25 x 5,8=145 toeren breien.

Het armsgat begint na 35 cm, dat zijn 25 x 3,5= 87,5 toeren. ( wel afronden....dus 87 of 88 toeren). Er moet 6,5 cm geminderd worden. Dat zijn 10 steken.( 6,5 : 0.76 = 9,7) Kijk dan even in de werkbeschrijving hoe deze steken in het oorspronkelijke patroon verdeeld werden. Soms zijn het 'vierkante' armsgaten en worden deze steken in 1 x afgekant, maar meestal worden de te minderen steken verdeeld over een aantal naalden.

Zo gaat het ook voor de minderingen voor de hals.Na 53 cm moeten er steken afgekant worden voor de hals, dit is in dit voorbeeld dan na 25 x 5,3 = 132,5 ( 132) toeren. Je kan ook even terugrekenen om te zien of het klopt........... 1 toer is 0,4 cm hoog dus zijn 132 toeren 52,8 cm hoog.......

En op deze manier kan je in feite alle patroondelen inclusief meerderingen en minderingen berekenen. Maar niet alleen dat. Ook de benodigede hoeveelheid wol kan je zo uitrekenen. Je moet dan wel beschikken over een digitale weegschaal, anders wordt het te onnauwkeurig.

Stle je proeflapje meet 20 x 20 cm..... Dat is een oppervlakte van 400 cm2. Weeg dit lapje. Stel dat dit 25 gram weegt. (Ook dit is een willekeurig gekozen getal!)

Bereken nu de oppervlakte van het voorpand. In dit voorbeeld 54 cm breed en 58 cm hoog. Laat de minderingen even voor wat het zijn. Neem van ieder patroondeel simpelweg de langste breedte en de langste lengte om een rechthoek te maken. Lengte x breedte is oppervlakte dus in dit voorbeeld 54 x 58 = 3132 cm2.

Hoeveel heb je dan nodig voor een voorpand???:  3132 : 400 =  7,83 x 25 gram = 195,75 gram. Rond lekker ruim naar boven af, dus 200 gram. Mouwen, achterpanden, tasdelen, mutsen...... zo kan je alles berekenen.

Koop voor de zekerheid altijd een bolletje extra en vergeet niet de kassabon te bewaren. In de meeste winkels mag je bollen die over zijn altijd wel terugbrengen. Binnen een redelijke periode, uiteraard..... Niet doen zoals ik het meestal doe. Wikkels direct kwijtraken, bon trouwens ook en er pas na een jaar achterkomen dat die trui nog niet af is... 

Maak jouw eigen website met JouwWeb