voor de baby

Kleine snel te maken kadootjes.

Ik heb deze kleine werkjes gemaakt met een 100% acryl, maar misschien is het fijner om voor een baby met natuurlijke materialen te werken. zoals wol of katoen of een mengeling hiervan.
 
Gebruikte looms: de spoolloom, de flowerloom, de rode ring en de lange blauwe loom. Verder nodig een haaknaald nr 4 of 5 en een dikke stopnaald. Optioneel: satijnkoordje.
Alle werkjes zijn met dubbele draad gemaakt.
 

 


De sokjes

gebruikte steek: tricotsteek en averecht. Gebreid met 2 draden geel op de flowerloom.  Maat voetje : 6 cm.     

Zet met de  haaknaald de 12 pinnen op. Brei 10 toeren 1 recht 1 averecht. Vanaf dit punt brei je verder in tricosteek.

Voor de hiel worden verkorte toeren gebreid als volgt: Brei pin 1 t/ 5 . Haal de lus van pin 6 en haal de werkdraad om pin 6 heen van voor naar achter. Leg de lus weer op de pin. Er staan 2 lussen op pin 6. Brei naar pin 2 . Haal lus van pin 1 en haal de werkdraad van voor naar achter om pin 1 en zet de lus er weer op. Brei pin 2 tot en met 6 ( bij pin 6: haal 2 lussen over 1 lus). Brei pin 5 tot en met 1 ( bij pin 1: brei 2 lussen over 1)

Brei nu 8 toeren tricotsteek en herhaal dan de verkorte toeren om de teen te maken. Knip dan de draad lang af, ongeveer 80 cm en haal door de naald. Steek de naald achtereenvolgens door de lus op pin 12, 1, 11, 2, 10, 3 enzovoort. (Steek van boven naar onder) Haal dan de lussen van de pinnen en trek de draad voorzichtig aan. Begin te trekken bij pin 12.... Op deze manier komt de naad boven op de teen te liggen. Brei nog een sokje en haal een satijnlintje door de steken aan de bovenkant.

Variatie: breien met de ewrap levert een groter maatje op. Voor langere sokjes brei je simpelweg meer toeren voor de beenlengte en voor grotere voetjes brei je meer toeren na de hiel. De werkwijze blijft verder hetzelfde.


HET SPUUGDOEKJE

Gebruikte steek: de ewrap. Gebreid met 1 draad off white en 1 draad geel op de lange blauwe loom. Dit doekje wordt diagonaal gebreid dmv meerderen en minderen. Daarna wordt de rand omgehaakt met vasten.

Zet de beginlus op de middelste pin van de lange blauwe loom. Dit is pin 1. Wikkel deze pin en haal over ( HO). Wikkel 1 pin naar links, pin 1 en 1 pin naar rechts. HO. Wikkel nu afwisselend 1 pin links of 1 pin rechts erbij. Blijf dit doen tot dat alle pinnen aan 1 kant van de loom vol staan. De meest linkerpin blijft leeg!Aan elke kant van de middelste pin zijn nu 14 pinnen gemeerderd. Nu moet er weer geminderd worden als volgt: Zet aan de kant waar de werkdraad zit de lus van  de op één na laatste  pin op de laatste pin en HO. Zet de lus terug. Wikkel de toer en HO. Minder zo aan elke toer aan de kant van de werkdraad 1 steek. Als er nog 1 steek op de loom staat, knip je de werdraad af en trekt deze door de laatste lus. Haak nu met 2 draden geel een rand van vasten om het doekje.Haak in elke meerdering en mindering en langs de kanten 2 vasten. Let erop dat je de 4 draden van de zijkant omhaakt.

De afmeting van dit doekje is 22 x 22 cm.

Varieer in grootte door op de kopse kant van de lange loom te beginnen en meer steken te meerderen en minderen.


HET MANDJE MET WATTENBALLETJES

Gebruikte steek: de tricotsteek en averecht. Gebreid met 2 draden. De bovenrand wordt omgehaakt met lossen.

Zet op de rode ring met de haaknaald en 1 draad wit en 1 draad geel op. Brei 17 toeren tricotsteek. Hecht dan 1 draad wit aan en brei met deze 3 draden 1 toer averecht. Knip de gele draad af. Brei dan 10 toeren  * 2 recht 2 averecht* 2 recht 1 averecht. ( herhaal tussen * *)

Haal af met de  haaknaald als volgt: Steek haaknld door lus op pin 1 en trek een lus Haak 3 lossen en dan de lus van de volgende pin halen en deze lus door de lus op de haaknld halen. Haak dan weer 3 lossen. Enzovoort. Na de laatste losse knip je de werkdraad af en trekt deze door de losse.

Doe een naald aan de opzetdraad en naai door de opzetlussen. Trek aan. Maak een paar steekjes om het laatste gaatje dicht te maken. Hecht daarna alle losse eindjes af.

Leg een dik stuk karton op de bodem met een diameter van 9 cm. Haal door de 1e witte toer een satijnlintje


KLEINE SPEELTJES

Rechterspeeltje: Maak op de spoolloom (of een ander punnikpaddestoeltje) 2 of meer koordjes van dezelfde lengte. In dit geval 20 cm.

Zet op met 2 draden en de ewrap en doe daarna de tricotsteek. Knip de werkdraad af en haal deze door de lussen op de pinnen. Naai deze lussen aan de opzetlussen en trek aan. Bij het 2e koordje hang je eerst de eerste ring eraan. Dit kan je zo lang maken als je zelf leuk vindt.

 Bovenste speeltje: Maak 1 koordje van 20 cm lang en naai de 2 kanten aan elkaar tot een rondje.Maak nog een koordje van 40 cm. Draai deze spiraalsgewijs om de eerste ring heen en naai de opzet- en afkantlussen aanelkaar.

 


 

Maak jouw eigen website met JouwWeb